Bevr. & Gen. AlgemeenCharismatisch-leringenOverig-Leringen

Het evangelie van het Koninkrijk

Met het loslaten van de verwachting van de opname van de gemeente voor de verdrukking, zien we dat de focus meer en meer komt te liggen op de verkondiging van het Koninkrijk, dit evangelie is echter voor Israël en niet voor de gemeente. Het evangelie van het Koninkrijk is niet hetzelfde als de vervangingsleer waarin men leert dat God Israël vervangen heeft door de gemeente, maar de teksten, geboden en specifieke kenmerken die in relatie tot Israël werden verkondigd worden, op diverse manieren, toegepast en toegeschreven aan de gemeente. Hierdoor krijgt men een mix van de leer van het Koninkrijk en van genade door geloof alleen, wat dus een ander evangelie is.

Naast het feit dat vele gelovigen hierdoor de opname van de gemeente aan de kant hebben geschoven als een fabeltje of een zogenoemde escape theorie, worden teksten met betrekking tot genezing, voorspoed en bevrijding onderwezen als zijnde voor de hedendaagse christenen. Een extreem voorbeeld hiervan is de verkondiging van het welvaartsevangelie, maar ook in “mildere” vorm wordt christenen onderwezen dat God wil dat men voorspoedig, gelukkig en gezond is. Men heeft het dan niet over geestelijk gezond, maar over aardse zaken. Het is niet zo dat God ons ongeluk voor ogen heeft, of dat Hij het prettig vindt als u ziek, zwak of armoedig bent. We leven echter in een wereld die opgesloten is onder de zonde, en ook christenen krijgen hun deel. Wij echter hebben een zekerheid dat we hier vreemdelingen en bijwoners zijn. Ons burgerschap is in de Hemel.

In alle situaties is God bij ons en mogen we weten dat we nooit meer krijgen dan we aankunnen.

Paulus schrijft in 2 Kor. 4: 17-18.

17 Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een allesovertreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg. 18 Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn van het ogenblik, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.

Door de verkondiging van het Koninkrijk richten christenen zich steeds meer op de uiterlijke omstandigheden en niet op de toekomst die op ons wacht. Er is, mijn inziens, een duidelijke parallel te zien tussen de verkondiging van het evangelie van het Koninkrijk en de opkomst van de pinkster/charismatische beweging. Binnen het charismatische denken wordt de leer van het Koninkrijk tot in het extreme doorgevoerd, en met de opmars van deze beweging en de invloed op kerken en gemeenten zie je dat deze leer in allerlei gradaties wordt verkondigd.

Enkele afgeleiden hiervan is het Judaïstische christendom, de leer dat christenen zich (deels) aan de wet van Mozes moeten houden, het sociale evangelie, christenen moeten goede werken doen zodat ongelovigen daardoor tot bekering komen. (De goede werken zijn van meer belang als de verkondiging, een gevleugelde uitspraak is:” Laat weten dat u christen bent, gebruik desnoods woorden”).

Ondanks dat de leer van het Koninkrijk meer inhoudt als enkel genezing, bevrijding van boze geesten en voorspoed, is dit wel wat de hoofdzaak is van de hedendaagse verkondiging hiervan in de gemeente. De meeste teksten die men gebruikt om dit te bewijzen waren voor het volk Israël dat de Here Jezus de beloofde Messias was. De wonderen en tekenen die Hij deed getuigden van de profetieën over de komende Messias, en door de schrift te onderzoeken zou men tot de juiste conclusie kunnen/moeten komen.

In de huidige verkondiging worden teksten die betrekking hebben op ziekte en genezing gebruikt om te “bewijzen”dat het Gods wil is dat alle mensen genezen. Dat in de Bijbel zonde ook aangeduid wordt als ziekte, en genezing als geestelijk herstel ( een afkeren van de zonde en zich bekeren) daar gaat men aan voorbij. Dat tijdens de totstandkoming van de gemeente, de apostelen wonderen en tekenen deden, onder het grotendeels Joodse gehoor, was om de authenticiteit van de boodschap te bevestigen. In Handelingen 15: 1-6 zien we hoe er tussen de Joden en de apostelen discussie ontstaat over hoe de heidenen tot de gemeente toe mogen treden. Sommigen vonden dat ze besneden moesten worden en zich aan de wet van Mozes moesten houden. In vers 7-11 legt Petrus aan de Joodse christenen uit hoe ook de heidenen gered worden, waarna in vers 12 Paulus en Barnabas aan hen getuigenis geven over de wonderen en tekenen die God onder de heidenen had gedaan. Hier zien we wederom dat de bijzondere wonderen en tekenen voor de Joden een bewijs waren, in dit geval dat God ook de heidenen tot zich riep.

12 En heel de menigte zweeg, en zij hoorden Barnabas en Paulus vertellen wat voor grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had. Hand. 15:12

Christenen die vasthouden aan de verkondiging van het Koninkrijk en de daarbij behorende tekenen proberen teksten in te passen in hun theologie. Zoals 1 Petr 2:24

Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen bent u genezen.

Ook teksten als Spreuken 4:22 waarin staat dat de wijze woorden tot genezing zijn van het lichaam en Spreuken 17: 22 waar staat dat een blij hart de genezing bevordert worden aangehaald om te “bewijzen” dat er lichamelijke genezing is voor alle gelovigen. De context maakt duidelijk wat bedoeld wordt met genezen, het kan betrekking hebben op lichamelijke kwalen maar ook op zonde, het gemoed of het gedrag.

Alles wat beschreven staat, het onderwijs, maar ook de wonderen en tekenen zijn tot getuigenis van de waarheid. Het had een doel wat de Here Jezus deed, het ging Hem niet zozeer om de lichamelijke genezing, maar om de waarheid van Zijn boodschap te bevestigen.

Bij de wonderbare spijziging bestraft de Here Jezus de mensen omdat ze tot Hem komen voor het eten wat ze ontvangen en niet voor de boodschap. Ondanks dat Hij zeker de nood inzag van de mensen, was het geestelijke herstel, vergeving van zonden, voor Hem belangrijker als de lichamelijke behoefte die men had. Daarnaast is het duidelijk dat alle wonderen en tekenen een doel hadden. Eerst voor Israël om ze op de Messias te wijzen, en daarna om de gemeente in de “opbouwfase”, voordat de Bijbel compleet was, te overtuigen van de waarheid van de boodschap van het evangelie.

Er is volgens mij geen onwrikbare streep te zetten voor het moment dat de bovennatuurlijke gaven, zoals beschreven in de Korinthebrief, ophielden, maar in het algemeen gaat men ervan uit dat met de verwoesting van Jeruzalem in 70 n. Chr, de gaven uitstierven omdat dat het definitieve moment was dat God Zijn volk terzijde stelde (niet verving door de gemeente!) tot de volheid van de heidenen bereikt is (de dag van de opname). Deze speciale gaven waren tenslotte tot teken voor Israël, en na de definitieve verwerping van de Messias door Israël, werd het oordeel voltrokken en was het enkel door de verkondiging, zonder tekenen, dat het evangelie verkondigd werd.

Openbaring 22:18-19 maakt duidelijk dat alles wat we nodig hebben ter bevestiging van de waarheid en om te groeien in geloof Gods woord is.

18 Want ik getuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn. 19 En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn.

In 2 Tim. 3:16-17 is Paulus hier helder over.

16 Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 17 opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.

De verkondiging van het Koninkrijk komt doordat het dispensationeel bestuderen van de Bijbel tegenwoordig in weinig gemeenten wordt onderwezen, het gevolg hiervan is dat er geen zicht meer is op het feit dat God op verschillende tijden met verschillende groepen verschillend handelde. Israël en de gemeente zijn twee aparte “hoofdstukken” in Gods plan. Na de opname van de gemeente zal God de draad met Israël oppakken en de 70e jaarweek van Daniël in gaan. In die tijd zal de verkondiging van het Koninkrijk weer verkondigd worden, waarna aan het eind van deze zeven jaar de Here Jezus Zijn Koninkrijk zal vestigen. Het gemeentetijdperk, waar we nu in leven, is door de verharding van Israël tussen de 69e en de 70e jaarweek van Daniël geplaatst en is een unieke tijdsperiode waarin we door de verkondiging van het evangelie gered worden.

25 Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan. Rom. 11:25

Doordat teksten die betrekking hebben op Israël, en het aardse Koninkrijk wat zij verwachten, overgezet wordt op de gemeente zien we dat christenen de blik steeds meer richten op aardse zaken met als gevolg dat zaken als ziekte, lijden en moeite afgedaan worden als dingen die overwonnen kunnen en moeten worden, waarin het uiteindelijke doel van de gemeente is om de aarde klaar te maken voor de Here Jezus zodat Hij straks terug kan komen en Zijn troon kan vestigen.

Met de opkomst van de charismatische leer is het proclameren van Gods woord een middel geworden om de situaties te veranderen. Een extreem voorbeeld hiervan is het voorspoedevangelie. Bij ziekte moet men genezing proclameren, bij armoede moet men voorspoed uitspreken want God wil dat we voorspoedig, gezond en rijk gezegend zijn. Echter ook daar waar men niet dit evangelie aanhangt is deze methode wel in opkomst, misschien in minder extreme mate, maar de methode is dezelfde.

Paulus schrijft dat hij onder alle omstandigheden geleerd heeft dankbaar te zijn. Christenen moet leren om in alle omstandigheden op te zien naar de Here Jezus, ons burgerschap is in de hemel en niet op aarde.

11 Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek, want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer. 12 En ik weet wat het is vernederd te worden, ik weet ook wat het is overvloed te hebben; in elk opzicht en in alles ben ik ingewijd, zowel in verzadigd te zijn als in honger te lijden, zowel in overvloed te hebben als in gebrek te lijden. Fil. 4: 11-12

17 Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een allesovertreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg. 18 Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.2 Kor. 4:17-18

De uitzending van de 70 ziet men als bevestiging dat niet enkel de apostelen wonderen en tekenen deden. Het zijn inderdaad niet enkel de twaalf discipelen hier, maar 70 discipelen die door de Here Jezus Zelf onder Zijn autoriteit uitgezonden worden. Ze werden uitgezonden naar elke plaats en stad die Hij zou bezoeken, ze werden dus vooruitgestuurd om de bevolking “in te lichten” dat de Messias onderweg was. Wat was de opdracht die ze verder meekregen? Neem niets mee en groet niemand onderweg. Of in het kort gezegd, ga zo snel mogelijk en laat je niet afleiden of ophouden door onbelangrijke zaken. Dat is wat er tegenwoordig niet bij wordt geleerd, er wordt wel gewezen op de wonderen en tekenen, maar de omstandigheden van de opdracht worden aan de kant geschoven. Daarbij is het verhelderend om te zien wat de Here Jezus zegt als ze terugkeren met de boodschap dat zelfs boze geesten zich aan hen onderwerpen. Is dat een heugelijk feit of ziet de Here Jezus dit anders?

20 Verblijd u echter niet daarover dat de geesten aan u onderworpen zijn, maar verblijd u erover dat uw namen opgeschreven zijn in de hemel. Luc.10:20

Dat wonderen en tekenen de boodschap bevestigden in de beginperiode maakt Paulus duidelijk in Romeinen 7 vanaf vers 17. Dat de specifieke gaven van wonderen en tekenen de apostelen bevestigden schrijft Paulus in zijn brief aan de Korinthiërs.

11 Ik ben door te roemen dwaas geworden! U hebt mij daartoe gedwongen, want ik zou door u aanbevolen moeten worden. Ik ben immers in niets minder geweest dan de apostelen bij uitstek, hoewel ik niets ben. 12 De tekenen van een apostel zijn onder u verricht, in al mijn volharding, in tekenen, wonderen en krachten. 2 Kor. 12: 11-12

Hebreeën 2:4 spreekt over wonderen en tekenen ter bevestiging van het geloof in de verleden tijd. 4 God heeft er bovendien mede getuigenis aan gegeven door tekenen, wonderen en allerlei krachten, en gaven van de Heilige Geest, overeenkomstig Zijn wil.

Velen houden tegenwoordig vast aan de leer dat wonderen en tekenen tot zegen zijn voor de kerk en voor de verspreiding van het evangelie. Dit gold wel voor Israël, maar niet voor de gemeente. 17 Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven. Rom. 1:17

De Here Jezus bestrafte de Israëlieten omdat ze zonder het zien van wonderen en tekenen niet geloofden, zie bijv. Joh.4: 47-48, Joh.6:2. Het was een teken voor Israël zie o.a Joh. 7:32 en Joh. 9:16 en natuurlijk Joh 20: 30-31.

Toch zeggen zij die vasthouden aan verkondiging van het evangelie van het Koninkrijk:  En, aangezien aangetoond is dat de prediking van het Koninkrijk (evangelisatie) nauw verbonden is met de bediening van genezing, kunnen we er niet omheen dat de genadegaven (van de Heilige Geest) nu ook nog verstrekt worden!

Daar zien we gelijk waar het fout gaat. De verkondiging van het evangelie van het Koninkrijk is de boodschap voor Israël, de boodschap voor de gemeente is het evangelie uit genade door geloof alleen. Het evangelie van het Koninkrijk, wat voor Israël geldt, en na de opname van de gemeente weer verkondigd wordt is het uitgangspunt geworden van de hedendaagse verkondiging. Om dit te bereiken worden vele teksten uit verband gehaald.

Naast het feit dat er hier sprake is van een ander evangelie, is één van de gevaren dat de mensen gericht zijn op aardse zaken en denken een mandaat te hebben om het Koninkrijk klaar te maken. De Bijbel leert dat de gemeente opgenomen zal worden en de Here Jezus in de lucht zal ontmoeten. Wie zal het dan zijn aan wie de achtergebleven christenen hun “veroverde” koninkrijk zullen aanbieden, zal dat niet de antichrist zijn die zich voordoet als de Here Jezus?

19 Verzamel geen schatten voor u op de aarde, waar mot en roest ze verderven, en waar dieven inbreken en stelen; 20 maar verzamel schatten voor u in de hemel, waar geen mot of roest ze verderft, en waar dieven niet inbreken of stelen; 21 want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Matth. 6: 19-21

De verkondiging van het Koninkrijk is niet enkel een ander evangelie, het is een gevaarlijke leer die de blik van mensen wegtrekt van de Here Jezus en zoekt naar de schatten op en van deze aarde, met als gevolg dat er misschien velen zullen zijn die, omdat er geen verwachting is van de komende opname, zich zullen onderwerpen aan de valse christus die zal verschijnen wanneer Christus Zijn bruid tot Zich heeft gehaald.

3 Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, 4 de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet. 2 Thess. 2: 3-4